Waartoe dient Ombudsfin?
Een ombudsdienst voor particulieren en ondernemingen die het slachtoffer werden van oplichting via het internet is zonder enige twijfel nuttig. Gezien de beperkte resultaten rijst echter onvermijdelijk bovenstaande vraag.
Van de 1.010 dossiers over internetfraude die het vorig jaar behandelde, verwierp Ombudsfin 40,2% omdat het na onderzoek van mening was dat de betwiste operatie toegelaten was of dat ernstige nalatigheid van de kant van het slachtoffer was aangetoond. In 25,2% van de gevallen kon Ombudsfin geen standpunt innemen over de aansprakelijkheid van de bank en het slachtoffer, zodat slechts 349 of 34,6% van de indiende klachten als gegrond kon worden beschouwd.
De besprekingen met de bank gaan hoofdzakelijk over de vraag of er al dan niet sprake is van ernstige nalatigheid bij het slachtoffer van de fraude. Tijdens die besprekingen blijven de banken vaak bij hun standpunt en geven ze een ruime interpretatie aan het begrip ernstige nalatigheid.
Ombudsfin wordt overigens steeds vaker geconfronteerd met de visie dat de betwiste transacties toegelaten betalingsoperaties zouden zijn omdat ze voor echt werden verklaard volgens de tussen de betaler en de verlener van betalingsdiensten overeengekomen vorm en procedure werden goedgekeurd.
In de praktijk leidt dat ertoe dat slechts 32,7% van de als gegrond beschouwde klachten tot een (volledige of gedeeltelijke) terugbetaling van de financiële instellingen leidde. Authenticatie staat niet gelijk met toelating, zo stelt Ombudsfin, dat steeds vaker te maken krijgt met het standpunt dat een betwiste transactie een toegelaten betaling zou zijn geweest omdat ze volgens de tussen de betaler en de dienstverlener overeengekomen vorm en procedure werd goedgekeurd.
Lees meer