Meldingsplicht en beroepsgeheim
De DAC 6-richtlijn (richtlijn (EU) 2018/822 van 25 mei 2018) voert een meldingsplicht in voor agressieve grensoverschrijdende fiscale constructies. De meldingsplicht rust in de eerste plaats op de intermediairs. Dat zijn personen die betrokken zijn bij het opstellen of de implementatie van die constructies. Wanneer de intermediair zich op het beroepsgeheim kan beroepen of wanneer er geen intermediair is, rust de meldingsplicht op de belastingplichtige.
De richtlijn werd omgezet bij een federale wet van 20 december 2019 en, dat hoort nu eenmaal bij de regionalisering, bij een Vlaams decreet van 26 juni 2020, een Waals decreet van 1 oktober 2020, een Brusselse ordonnantie van 29 oktober 2020 en een decreet van de Franse Gemeenschap van 12 november 2020. Onmiddellijk werden beroepen ingesteld en in 2022 reeds schorste het Grondwettelijk Hof bepaalde aspecten van het Vlaamse decreet en sommige bepalingen van de federale wet.
Begin dit jaar schorste het in drie verschillende arresten:
1) in de Franse Gemeenschaps- en Waalse wetgeving: de bepalingen die een meldingsplicht met terugwerkende kracht opleggen
2) in de Franse Gemeenschaps-, Waalse en Brusselse wetgeving: de onmogelijkheid voor een intermediair die aan een strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim is gehouden om zich op het beroepsgeheim te beroepen wat betreft de verplichting tot periodieke melding van marktklare constructies
3) in de federale, Franse Gemeenschaps-, Waalse en Brusselse wetgeving: de verplichting voor een advocaat-intermediair die het beroepsgeheim inroept om een andere intermediair die geen cliënt is, te informeren
Lees meer