Spaardeposito’s: minstens 1,5%
In 2023 werd er via de door minister Van Peteghem ingevoerde staatsbon zowat 22 miljard euro opgehaald. Zodra die werd terugbetaald, zo stelt de PS, stortten de banken zich op de klanten en wrongen ze zich in bochten om die 22 miljard binnen te halen. Dat bewijst dat de banken hogere rentevoeten kunnen aanbieden wanneer ze dat willen.
De strijd bleef echter in de tijd beperkt en werd vooral rond de termijnrekeningen gevoerd. De rentevoeten blijven echter mager en een stuk lager dan de gemiddelde rentevoet die in Frankrijk, Luxemburg of Oostenrijk geldt. En dat ondanks de miljarden winst die ze maakten.
Om ervoor te zorgen dat spaarders een hogere rente krijgen, vraagt de PS om de rente op spaarrekeningen te koppelen aan die van de depositofaciliteit van de Europese Centrale Bank. De rente van de depositofaciliteit is de rente die de banken krijgen wanneer ze voor 24 uur fondsen bij de Europese Centrale Bank (ECB) parkeren. Het gaat om een van de drie referentierentetarieven die de ECB om de zes weken vastlegt in het kader van haar monetaire beleidsbeslissingen.
De basisrentevoet voor spaardeposito’s zou niet lager mogen zijn dan 1,5%, waar een vrijwaringsmechanisme voor de banken bij een te sterke daling van de rente van de faciliteit tegenover zou staan. Bovendien zouden getrouwheidspremies verboden worden om de transparantie van de rentevoeten en de concurrentie te bevorderen.
Lees meer