Federale regering geeft details over verstrenging DBI-regime
De sociale en fiscale maatregelen die de federale regering opnam in het Paasakkoord moeten via een reeks programmawetten uitmonden in definitieve wetteksten. Eind mei werd zo’n eerste wetgevingspakket gepubliceerd. Dat schept alvast meer duidelijkheid over de verschuivingen in het systeem van de DBI-aftrek.
De DBI-aftrek (definitief belaste inkomsten) is een fiscaal voordeel bij het ontvangen van een dividend van een verbonden vennootschap. Als zulke winstuitkeringen al bij de fiscus passeerden – een belasting in hoofde van de dochteronderneming dus –, hoeft het moederbedrijf er geen belastingen meer op te betalen.
Ook vóór het Paasakkoord hing hier al een belangrijke voorwaarde aan vast: de participatie van de ontvangende vennootschap in de uitkerende onderneming moet voldoende groot zijn. Ofwel moet de deelneming in het kapitaal minstens 10% bedragen, ofwel moeten de aandelen een waarde vertegenwoordigen van 2.500.000 euro of meer. Het is die tweede optie die nu verstrengd wordt, in de vorm van een bijkomende voorwaarde.
Concreet: tenzij het moederbedrijf een kleine onderneming is (i.e. een bedrijf met minder dan 50 medewerkers, een omzet van maximaal 11,25 miljoen euro en een balanstotaal van maximaal 6 miljoen euro; of een bedrijf dat aan twee van die drie voorwaarden voldoet), moet het die aandelen inboeken als een financieel vast actief in de eigen onderneming. De investering moet kortom wijzen op een duurzame relatie tussen beide vennootschappen en niet op een zuivere belegging.
Lees meer