Vinden

Een lange, koude economische winter vermijden

Het blijven economisch boeiende maar ook hobbelige tijden, met hoge toppen en diepe dalen de voorbije jaren. Naarmate 2022 vorderde, werden de perspectieven steeds somberder. Hardnekkige en torenhoge inflatiecijfers in combinatie met een nakende recessie zorgen voor heel veel economische vraagtekens richting 2023. (Danny Reweghs) 

Voor de tweede keer in drie jaar tijd zien we een wereldwijde groeimotor die afslaat. Eerst zorgde de wereldwijde verspreiding van het coronavirus in 2020 voor lockdowns, waardoor het economische leven vaak letterlijk stilviel. Dat gaf aanleiding tot de meest sombere economische prognoses sinds vele decennia. Maar wereldwijd werden toen alle zeilen bijgezet en de talloze steunmaatregelen misten hun effect niet. Geholpen door een wereldwijd uitgerolde vaccinatiecampagne vanaf begin 2021 kenden we dat jaar een spectaculair economisch herstel. De wereldeconomie liet uiteindelijk een groeicijfer zien in de buurt van 6 procent (5,4 procent voor de eurozone), cijfers die we al decennia niet meer gezien hadden. Voor 2022 gaven we vorig jaar aan dat we een nog meer dan degelijk groeicijfer zouden kennen. Uiteraard niet meer dat spectaculaire van 2021, maar toch nog bovengemiddeld.

Maar bovengemiddeld is het niet geworden. Daar is de Russische president Vladimir Poetin de grote schuldige. Eind februari beval hij zijn leger om Oekraïne binnen te vallen en te veroveren. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog werd Europa met een klassieke oorlog tussen twee landen geconfronteerd. De terugkeer zowaar van de Koude Oorlog, waarbij Rusland lijnrecht tegenover het Westen staat. De economische en financiële gevolgen waren en zijn ook bijzonder drastisch. De reeds gestegen inflatie is na het uitbreken van het conflict in onze achtertuin beginnen galopperen. Inflatiecijfers van 10 procent en meer in de Westerse wereld zijn de regel en niet de uitzondering. Europa, met op kop Duitsland, had aan het begin van de oorlog in Oekraïne een veel te grote afhankelijkheid van Russisch gas, maar ook vele andere grondstoffen gingen fors in prijs omhoog. Exploderende energieprijzen zorgden en zorgen ook voor een steeds diepere koopkrachtcrisis bij de lagere en de middenklasse. Die zijn verplicht om hun budget te herschikken en een aantal gebruikelijke, maar minder noodzakelijke uitgaven (bijvoorbeeld skireis) te schrappen om die extreem hoge energiefacturen te blijven betalen. Maar ook vele industriële bedrijven kwamen steeds meer onder druk en legden de productie stil omdat ze niet meer met verlies wilden produceren.

De vooropgestelde groei van quasi 5 procent voor de wereldeconomie in 2022 zal uiteindelijk maar ongeveer voor de helft uitkomen. De consensusprognose op moment van schrijven staat op 2,7 procent voor 2022 en 2023 ziet er nog minder goed uit. De laatste officiële consensus staat op 2 procent, maar instellingen zijn nog (drastisch) aan het verlagen zodat een voorlopige prognose van 1,5 procent ons correcter lijkt. Van ver boven het historische gemiddelde in 2021 gaan we dan in twee jaar tijd naar ver onder het gemiddelde. Laat ons hopen dat, in tegenstelling tot vorig jaar, de verschillende instellingen de wereld nu door een te donkere bril bekijken en het beter meevalt dan verwacht.

Topprioriteit voor EU: energieprijzen onder controle krijgen

De eurozone zal in 2022 veel minder sterk groeien dan een jaar geleden op basis van de consensus was vooropgesteld. De verwachtingen 12 maanden geleden waren dat we een groeicijfer van 4 tot 5 procent mochten verwachten. Maar het werd duidelijk niet de verhoopte rozengeur en maneschijn. We zullen uiteindelijk niet ver boven de helft van het vooropgestelde groeicijfer landen. En dat zal dan nog haast volledig toe te schrijven zijn aan een nog meer dan behoorlijk eerste semester. De eurozone zal tussen 2,5 en 3 procent economische groei voor 2022 uitkomen, in lijn met de wereldeconomie. Wat op zich bijzonder fraai is en ook verre van verkeerd als we vergelijken met het gemiddelde groeicijfer van het afgelopen decennium. Het voelt nu alleen veel minder goed omdat de verwachtingen veel hoger gespannen lagen.

En ook omdat de vooruitzichten voor 2023 nog somberder zijn. De economie van de eurozone zou volgens de gemiddelde inschatting nog tussen 0 en 1 procent groeien. Al is dat misschien ook nog wel omdat er schroom heerst bij vele economen om zich over een langdurige of diepere recessie uit te spreken. Dat we eerst een recessie (twee opeenvolgende kwartalen met negatieve groei) zullen kennen, daar is zo goed als iedereen het over eens. Het kan haast niet anders, maar de meeste economen en strategen gaan dan wel terug uit van groei naarmate 2023 vordert. Topprioriteit daarbij is dat de EU-landen erin slagen om de energieprijzen onder controle te krijgen en dat ondersteuningsmaatregelen consumenten en bedrijven wel degelijk door de moeilijke periode sleuren zoals tijdens de pandemie.

Als de energieprijzen onder controle komen, kan de torenhoge inflatie in de loop van 2023 eindelijk gaan dalen. Economen houden rekening met een inflatiecijfer van 3 tot 4 procent voor 2023. Weliswaar minder dan de helft van 2022, maar nog een stuk boven het gemiddelde van het voorbije decennium, toen enkele keren met deflatie (daling prijzenpeil) werd geflirt.

VS: robuuste economie

De Verenigde Staten kampen met dezelfde problemen als de rest van de wereld. Een even hoge inflatie (boven 8 procent) en een economie die al in een (technische) recessie verkeert. De pluspunten tegenover de EU zijn een veel lagere gasprijs (concurrentieel voordeel voor de industrie) en een nog heel robuuste arbeidsmarkt. Minpunten zijn het veel agressievere monetaire beleid van de Federal Reserve, waardoor bijvoorbeeld een hypotheekrente van 6 procent gebruikelijk is. Dat maakt een (serieuze) afkoeling van de woningmarkt haast onvermijdelijk.

Vandaar dat de gemiddelde verwachting omtrent de Amerikaanse economie vrij vergelijkbaar is met die van de eurozone. Een consensus die tussen 0 en 1 procent economische groei ligt. Al zijn er hier wel grotere variaties, met ook instellingen die een krimp van -1 procent ‘durven’ te voorspellen voor 2023. Dit met een inflatiecijfer in de buurt van 4 procent, een halvering tegenover 2022. Maar wel nog té hoog om Fed-voorzitter Jerome Powell het comfort te geven dat de Amerikaanse centrale bank de rentepolitiek terug drastisch kan omgooien. Strategen verwachten dan ook dat de Fed-basisrente eind 2023 nog steeds tussen 3,50 en 4 procent zal staan. 

China: mikken op economisch herstel

China stond de voorbije twee jaar vooral negatief in de schijnwerpers: eerst door forse ingrepen in het bedrijfsleven (een tsunami van monopolie-onderzoeken, boetes, nieuwe reguleringen), daarna door een vastgoedcrisis en in 2022 vooral door voortdurende uitbraken en opflakkeringen van de COVID-19 pandemie, met flink wat lockdowns in miljoenensteden. Gevolg is dat de Chinese economie in 2022 waarschijnlijk de laagste groei in decennia heeft gekend, in de buurt van 3 procent. Dat voelt ginder aan als een recessie en ligt nog nauwelijks boven het groeicijfer van de wereldeconomie.

Er is wel een verschil richting 2023. De groei van de tweede grootste economie ter wereld zou wel terug gaan aantrekken in plaats van verder te vertragen. Het IMF pronostikeert een groeiversnelling richting 5 procent voor 2023 bij een stabiele inflatie van 2 tot 2,50 procent. 

(Redactie 4 oktober 2022)


Beursjaar 2023 kan een positieve verrassing worden

 Het eerste driekwart van 2022 is een horrorperiode geworden voor beleggers, waarin ze ook belegd waren. En wie niet belegd is, verliest netto ook 8 à 10 procent koopkracht door torenhoge inflatie. De westerse aandelenmarkten moeten na negen maanden dieprode verliespercentages afficheren. De cocktail van torenhoge inflatie met in reactie agressieve renteverhogingen door de centrale banken en recessievrees is bijzonder giftig voor aandeleninvesteerders. Maar eveneens voor obligatiebeleggers. Dat heeft voor een zeer sombere stemming onder het beleggerspubliek gezorgd. Ze kijken met grote angst naar wat komen gaat en luisteren gedwee naar onheilsprofeten die bezweren dat we in een enge ‘berenmarkt’ (dalende markt) zitten en een verdere, diepe beurscrash voorspellen.

We behoren niet tot het kamp van de onheilsprofeten en denken dat 2023 wel eens positief kan verrassen. De basisassumpties zijn wel dat we minstens 1 tot 2 jaar een piek in de langetermijnrente hebben bereikt. Dat kan perfect als er steeds meer indicaties komen dat de inflatie wel degelijk op een (tussentijdse) top staat en de centrale bankiers in de loop van 2023 kunnen stoppen met aankondigingen van renteverhogingen. Dat kan het algehele pessimisme een halt toeroepen. Gekoppeld aan zeer redelijke waarderingen voor de meeste aandelen biedt dat mogelijk meer opwaarts potentieel dan de meeste beleggers en analisten zich momenteel kunnen indenken.


Dit artikel is verschenen in Top 5.000, die beschikbaar is in pdf.

Terug
Partner Content
Do Not Call Me (DNCM)

De Bel-Me-Niet-Meer! lijst groeit elke maand. Wist je dat maar liefst 12,3% van alle bedrijven in België zijn nummer heeft geregistreerd? Til je prospectie naar een hoger niveau, vermijd monsterboetes en stel je in regel met de wet op telemarketing. Surf naar dncm.be voor meer info.

Partner Content
Do Not Call Me (DNCM)

De Bel-Me-Niet-Meer! lijst groeit elke maand. Wist je dat maar liefst 12,3% van alle bedrijven in België zijn nummer heeft geregistreerd? Til je prospectie naar een hoger niveau, vermijd monsterboetes en stel je in regel met de wet op telemarketing. Surf naar dncm.be voor meer info.

Infotheek
Belgian Digital Economy 2024

Belgian Digital Economy – Overview 2024

Tweede pensioenpijler in beeld

De tweede pensioenpijler in beeld
 

Werkloosheids- en promotieval naargelang de ondernemingsvorm

Werkloosheids- en promotieval en de verschillen in belastingdruk naargelang de ondernemingsvorm