Vinden

De hybride cloud : het nieuwe ideaal?

Zoals elke nieuwe IT-technologie of nieuw IT-leveringsmodel had ook cloudcomputing lange tijd te lijden onder de verkoopijver van al te gretige leveranciers. Uiteindelijk deed ook hier de realiteitszin opnieuw zijn intrede. Vandaag zet de hybride cloud de toon. Is daarmee weer een nieuw ideaal opgedoken? (Dries Van Damme)

Willem Elsschot wist het al: “tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”. Een uitspraak die perfect van toepassing is op de droom die cloudleveranciers in eerste instantie aan hun klanten hebben proberen te slijten: dat zij op termijn al hun IT, van infrastructuur tot en met applicaties en hun data, in de cloud zouden kunnen onderbrengen. In de realiteit bleek het allemaal toch niet zo’n vaart te lopen. Goed een jaar geleden becijferde het Amerikaanse onderzoeksbureau IDC dat amper 2% van de bedrijven in de Benelux exclusief gebruikmaken van de publieke cloud. De overgrote meerderheid (84%) geeft de voorkeur aan een hybride aanpak: ze combineren de publieke cloud in meer of mindere mate met hun eigen lokale infrastructuur.

Meer nog: heel wat bedrijven die de voorbije jaren wel voluit voor de cloud gingen, kwamen op dat besluit terug. Zij werden veelal aangetrokken door het flexibele consumptiemodel van de cloud, waarbij je enkel betaalt voor wat je gebruikt. Of anders gezegd: waarbij je niet betaalt voor wat je niet gebruikt. Tel daarbij het voordeel dat je niet langer zelf servers en storagesystemen hoefde aan te kopen om in de benodigde rekenkracht en gegevensopslag te voorzien. Je stapte immers over van het vroegere, vertrouwde capex-model voor IT-investeringen naar het typische opex-model van de cloud dat meer aangepast is aan de hedendaagse financieringsbehoeften.

Goedkoop is duurkoop

Nogal wat bedrijven zagen de cloud daardoor louter als een middel om kosten te besparen. Maar zoals ook de Belgische IT-dienstenleverancier Inetum-Realdolmen waarschuwt: migreren naar de cloud enkel en alleen om kosten te besparen, is zelden een goed idee. Een andere IT-dienstverlener, het van oorsprong Zweedse Dustin, treedt hen daarin bij. “Na twee à drie jaar blijkt de cloud duurder dan verwacht, zeker bij bedrijven die snel groeien”, stelde Jeroen Van Hyfte, pre-sales consultant bij Dustin België, onlangs in Data News. “Op dat moment maken bedrijven de afweging om weer in te zetten op het eigen, on-premise datacenter.”

Ook een bedrijf als Nutanix, dat nochtans zelf ook cloudoplossingen aanbiedt, moet bekennen dat een eigen datacenter of het huren van datacentercapaciteit met eigen hardware simpelweg goedkoper is. Zeker nu de hardwarefabrikanten in navolging van de cloudleveranciers eveneens pay-as-you-go-modellen hebben ontwikkeld voor hun fysieke servers. Daarom raadt Nutanix bedrijven vandaag aan om hun strategie af te stemmen op de hybride cloud en niet al hun eieren in die ene spreekwoordelijke cloudmand te leggen.

Wetten en praktische bezwaren

Naast financiële overwegingen zijn er nog andere goede redenen om ondanks alle duidelijke cloudvoordelen toch vast te houden aan het eigen on-premise datacenter. Dan komen we onvermijdelijk uit bij de wetten en praktische bezwaren waar Elsschot het al over had. Confidentiële data blijven bij voorkeur on-premise. Uit compliance- oogpunt kiezen sommige bedrijven en overheidsinstellingen momenteel heel bewust ervoor om die kritieke data on-premise te houden.  Voor sommige bedrijven is het essentieel dat de data in eigen land blijven. Vaak spelen in die beslissing ook veiligheidsoverwegingen mee. Soms gaat het daarbij om bedrijfscontinuïteit. Een klassiek voorbeeld is dat van een fabriek die stilvalt als er geen internetverbinding is. Een eigen datacenter biedt ook op zo’n moment zekerheid. Bedrijven blijven vaak ook met hun data on-prem omdat ze de beveiliging ervan liever zelf onder controle houden. Waardevolle data plaatsen ze dan bij voorkeur niet in de publieke cloud.

Behalve wettelijke verplichtingen of beperkingen en veiligheidszorgen zijn er soms ook gewoon praktische bezwaren in te brengen tegen zo’n verhuis naar de cloud. Sommige data en applicaties zijn eenvoudigweg nog niet klaar voor de cloud. Er zijn nog altijd veel legacytoepassingen in gebruik die zich niet zomaar naar de publieke cloud laten verplaatsen. Vaak gaat het om bedrijfskritische kernapplicaties die op maat van het bedrijf zijn ontwikkeld, maar niet met het oog op de cloud.

Geen zwart-witverhaal

Uiteraard zijn er ook goede redenen om net wél voor de cloud te (blijven) kiezen. De meeste Benelux-bedrijven (38%) die IDC ondervroeg, deden het bijvoorbeeld om hun applicaties te moderniseren. Al mag je ook die cloudmigratie niet als een zwart-witverhaal beschouwen, waarbij applicaties het ene moment nog lokaal draaien en het volgende moment al volledig in de cloud zitten. Afhankelijk van de individuele applicatie zal dat proces nu eens sneller, dan weer trager gaan.

Een kwart (26%) van de ondervraagde Benelux-bedrijven trok naar de cloud om de veerkracht en veiligheid van hun organisatie te vergroten. Zo is de publieke cloud bijvoorbeeld zeer geschikt voor disaster recovery of het herstel van je essentiële data en infrastructuur na een kritiek IT-incident. Een ander kwart (24%) deed het dan weer omwille van het vooruitzicht op extra wendbaarheid en efficiëntie voor hun business. Sectoren die te maken hebben met piekbelastingen kunnen die pieken prima opvangen door tijdelijk extra rekenkracht en opslagcapaciteit uit de cloud te halen.

Niet zonder uitdagingen

Bedrijven hoeven hun bestaande on-premise infrastructuur niet radicaal overboord te gooien, maar kunnen op een rustige en consistente manier voortbouwen op hun datacenterinvesteringen uit het verleden. Tegelijk kunnen zij profiteren van de vele voordelen van de cloud en hun IT-omgeving geleidelijk aan klaarstomen voor de toekomst. Dat is het idee en de belofte achter het model van de hybride cloud, dat stilaan tot de norm in het huidige IT-landschap lijkt uitgegroeid. Eén van de grootste uitdagingen van de overstap naar de hybride cloud is de complexiteit die daarbij komt kijken.

Inetum-Realdolmen vergelijkt het ontwikkelen en implementeren van zo’n hybride IT-omgeving niet voor niks met het leggen van een puzzel. Er is namelijk niet altijd een duidelijk beeld voorhanden van hoe het totaalplaatje eruit zal zien. Als oplossing schuift de ICT-integrator een hyperconverged infrastructuur (HCI) naar voren. Die combineert alle noodzakelijke onderdelen van het datacenter – van rekenkracht, opslagcapaciteit en netwerkfuncties tot en met virtualisatievermogen – in één enkel softwareplatform, dat ook nog eens eenvoudig te beheren is. Al het beheer gebeurt namelijk vanuit één centraal bedieningspaneel, waarbij veel processen geautomatiseerd of vereenvoudigd zijn. Dat zorgt voor een belangrijke tijdwinst voor de IT-afdeling. Daarbij komt dat er minder hardware vereist is dan wanneer je alles op losse servers zou draaien. Zo krijg je bovendien een gunstiger prijskaartje. Dat alles, maar vooral ook de verbeterde flexibiliteit en schaalbaarheid van HCI, maakt het tot een oplossing die een bedrijf toelaat op een beheerste manier de sprong naar de hybride cloud te wagen.

Terug
Partner Content
Partner Content
Do Not Call Me (DNCM)

De Bel-Me-Niet-Meer! lijst groeit elke maand. Wist je dat maar liefst 12,3% van alle bedrijven in België zijn nummer heeft geregistreerd? Til je prospectie naar een hoger niveau, vermijd monsterboetes en stel je in regel met de wet op telemarketing. Surf naar dncm.be voor meer info.

Infotheek
Belgian Digital Economy 2024

Belgian Digital Economy – Overview 2024

Tweede pensioenpijler in beeld

De tweede pensioenpijler in beeld
 

Werkloosheids- en promotieval naargelang de ondernemingsvorm

Werkloosheids- en promotieval en de verschillen in belastingdruk naargelang de ondernemingsvorm